Bouw Woordenboek

Het aandak is het bovengedeelte van een trapgevel of topgevel dat voorbij de dakschilden uitsteekt.

Aandammen is het verdichten van grond of los materiaal, zoals zand of grind, door middel van stampen of trillen, om de dichtheid en draagkracht te vergroten en zo een stabielere ondergrond te verkrijgen.

Een aaneengebouwde woning is een woning die deel uitmaakt van een blok van minimaal twee of meer als woning aan elkaar gebouwde woningen en een of meerdere gemeenschappelijke scheidingsmuren deelt.

Bij aaneengesloten bebouwing staan gebouwen direct naast elkaar, zonder tussenruimte, en vormen zo één geheel.

Een aangepaste woning is een woning waarin speciale voorzieningen of bouwkundige aanpassingen zijn aangebracht om tegemoet te komen aan de behoeften van personen met een fysieke beperking of verminderde zelfredzaamheid, zodat zij zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen in hun eigen omgeving.

Aanhelen is een techniek waarbij beschadigde of ontbrekende delen van een bestaand bouwdeel worden hersteld door nieuw materiaal toe te voegen dat aansluit op het oorspronkelijke werk.

Een aanhoeker is een schuin afgehakte of afgezaagde dakpan die wordt toegepast bij een hoekkeper of kilkeper op een dak.

Een aankondigingsbord is een bord dat wordt gebruikt om informatie of mededelingen te tonen, vaak in de context van bouwprojecten, evenementen of openbare ruimtes.

Een aankoopmakelaar is een makelaar die een koper bijstaat bij het zoeken en aankopen van een woning of ander onroerend goed.

De aanlegbreedte is de berekende breedte van de fundering, met name bij een fundering op staal.

De aanlegdiepte is de afstand gemeten vanaf het maaiveld tot aan de onderkant van een fundering of constructie.

In de bouwkunde betekent 'aanleggen' het starten van een bouwwerk door bijvoorbeeld de eerste laag stenen te leggen voor gemetselde funderingen.