Bouw Woordenboek

Een architectonische stijl, ook wel chaletstijl genoemd, die is gebaseerd op traditionele bouwmethoden uit de Alpen en gekenmerkt wordt door elementen zoals steile, overstekende daken en het gebruik van natuurlijke materialen zoals hout en steen.

Een alpiene tuin is een speciaal aangelegde tuin die is ontworpen om de natuurlijke omgeving van bergachtige gebieden na te bootsen.

Een altaar is een verhoogde plaats of tafel die in religieuze gebouwen wordt gebruikt voor rituele handelingen, zoals het brengen van offers of het plaatsen van offergaven.

Een afscheiding die het sanctuarium, de plaats waar het altaar staat, scheidt van de rest van de kerk.

Een overkapping boven een altaar of heilige plaats in een kerk, vaak gedragen door zuilen of pijlers. Dit bouwkundige element wordt ook aangeduid als ciborium of baldakijn.

Een altaarretabel is een schilder- of beeldhouwwerk dat achter of op een altaar in een kerkgebouw wordt geplaatst, voornamelijk in de katholieke traditie.

Een altaarscherm is een scheidingswand in een kerk die het altaar scheidt van het gedeelte voor de gelovigen, vaak versierd met religieuze voorstellingen.

Een altaarstuk is een kunstwerk met een christelijk onderwerp, zoals een schilderij, muurschildering of beeldengroep, dat op of achter het altaar in een kerk wordt geplaatst.

Een altaarstuk, ook wel retabel genoemd, is een schilder- of beeldhouwwerk dat op of achter een altaar in een kerk of kapel wordt geplaatst of bevestigd.

Bouwmethoden die afwijken van traditionele werkwijzen, vaak gericht op duurzaamheid, kostenbesparing of innovatie.

Een alternator is een elektrische generator die mechanische energie, vaak geleverd door een motor, omzet in elektrische energie in de vorm van wisselstroom (AC).

Een constructiesysteem in de kerkenbouw waarbij zwaardere pijlers en lichtere zuilen of pijlers elkaar ritmisch afwisselen in de scheibogenarcade.