Bouw Woordenboek

Een abacus is een vlakke dekplaat, meestal van steen, die bovenop het kapiteel van een zuil is geplaatst.

Een ABC-golfplaat is een golfplaat gemaakt van asbestcement, die vroeger werd gebruikt voor dakbedekking en gevelbekleding.

Een abdijhoeve is een agrarisch bedrijf dat historisch eigendom was van of beheerd werd door een abdij of klooster en diende voor de voedselvoorziening en economische ondersteuning van de kloostergemeenschap.

Een abdijkerk is een kerkgebouw dat het centrum vormt van een abdij, een complex bewoond door monniken of nonnen van een kloosterorde onder leiding van een abt of abdis.

Abrasie is een vorm van erosie waarbij het oppervlak van materialen slijt door wrijving met deeltjes zoals steen, zand of ijs in water, wind of gletsjers.

Abrasiebestendigheid, ook wel slijtvastheid genoemd, is de mate waarin een materiaal bestand is tegen slijtage door wrijving of schuring.

Abrasief waterstraalsnijden is een snijtechniek waarbij water onder zeer hoge druk, vermengd met een schuurmiddel (abrasief), wordt gebruikt om harde materialen te snijden.

ABS staat voor Acrylonitril Butadieen Styreen en is een thermoplastisch polymeer dat wordt gebruikt in diverse sectoren, waaronder de bouw.

Een absidiool is een kleine apsis, een halfronde of veelhoekige nisvormige ruimte, vaak als uitbouw aan een kerk, basilica of kathedraal.

Absolute zetting is de zakking van een gebouw in zijn geheel, vaak gemeten ten opzichte van een vast referentiepunt zoals het NAP (Nieuw Amsterdams Peil).

Absoluut vocht is de hoeveelheid waterdamp die per massa of volume droge lucht aanwezig is, meestal uitgedrukt in gram water per kilogram droge lucht (g/kg) of gram water per kubieke meter lucht (g/m³).

Een absorberend materiaal heeft de eigenschap om geluid, vocht of warmte in zich op te nemen, waardoor het niet wordt weerkaatst of doorgelaten.