Bouw Woordenboek

Bewonersparticipatie is het proces waarbij de gebruikers van een fysieke leefomgeving, zoals bewoners, worden betrokken bij de planning, ontwikkeling en uitvoering van plannen en projecten die hun leefomgeving beïnvloeden.

De bewoonbare oppervlakte van een woning, ook wel aangeduid als 'gebruiksoppervlakte wonen', is de totale inpandige vloeroppervlakte die specifiek bestemd is voor woongebruik, gemeten volgens gestandaardiseerde methoden zoals de Meetinstructie Gebruiksoppervlakte Woningen die gebaseerd is op NEN 2580.

Een bezinkbak is een constructie, vaak een bassin of tank, waarin vaste deeltjes door middel van bezinking uit water of afvalwater worden gescheiden.

Een bezinkbassin is een constructie, vaak een betonnen bak of een uitgegraven bekken, ontworpen voor de tijdelijke opslag van water waarin bezinkbare stoffen door middel van zwaartekracht kunnen uitzakken.

Een bezinkingsberekening, ook wel zettingsberekening genoemd, is een berekening om de verwachte daling van de fundering van een bouwwerk te bepalen als gevolg van de belasting op de ondergrond.

Een bezinkput is een ondergrondse voorziening, vaak voorzien van gaten, die gebruikt wordt voor de opvang en (voor)behandeling van afval- en/of regenwater, waarbij vaste deeltjes bezinken.

Een bezinktank is een bassin of tank waarin vaste deeltjes, zoals slib en zand, door middel van zwaartekracht (sedimentatie) uit afvalwater worden verwijderd.

Het transporteren en leveren van goederen op een specifieke locatie, zoals een bouwplaats.

Het bezwijken van een constructie of bouwdeel is het falen ervan doordat het de werkende belastingen niet meer kan dragen.

De Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) is een digitale kaart van Nederland waarin fysieke objecten zoals gebouwen, wegen, water, spoorlijnen en terreinen eenduidig zijn vastgelegd.

Een bidet is een sanitair onderdeel of type wasbak, meestal laag geplaatst, bedoeld voor het reinigen van de uitwendige geslachtsorganen en de anus met water.

De Biedermeier is een cultuur- en kunstperiode in Centraal-Europa, voornamelijk Duitsland en Oostenrijk, die ruwweg duurde van 1815 tot 1848. Het kenmerkt zich door een focus op huiselijkheid, eenvoud en burgerlijk comfort, als reactie op de voorgaande Empirestijl.