Bouw Woordenboek

Een boiler is een vat dat is ontworpen om water te verwarmen, op te slaan en warm te houden voor gebruik in sanitair, verwarming of industriële processen.

Een bok is een steunconstructie die in de bouw en andere sectoren wordt gebruikt voor het ondersteunen van materialen, werkstukken of als tijdelijke werkplek op hoogte.

Een boktor (familie Cerambycidae) is een kever waarvan de larven in hout leven en aanzienlijke schade kunnen aanrichten aan houten constructies en objecten.

Een bolle pan is een type dakpan dat, vaak in combinatie met een holle pan, wordt gebruikt voor dakbedekking.

Bolle pannen zijn dakpannen met een gebogen vorm, waarbij de bolle zijde naar boven ligt. Ze worden vaak gebruikt in combinatie met holle pannen.

Een bolle voeg is een type voegafwerking in metselwerk waarbij de voegmortel zodanig wordt aangebracht dat deze enigszins naar buiten welft en daardoor een bolle vorm krijgt.

Bolling beschrijft een kromming of niet-vlakke vorm van een oppervlak of constructieonderdeel in de bouw.

Een bolornament is een decoratief element in de vorm van een bol, vaak toegepast in de architectuur of als losstaand object.

Een bolprofiel is een uitstekend, gebogen oppervlak in de bouwkunst, vaak toegepast bij elementen zoals zuilen of in verbindingen, dat zorgt voor een afgeronde afwerking.

Een boltslot is een type slot waarbij de vergrendeling plaatsvindt door middel van een solide metalen schoot of bout die in de deurpost schuift, bediend met een sleutel, draaiknop of via een elektronisch systeem.

Een bolwerk is een uitbouw in een verdedigingsmuur of -wal, bedoeld om flankerend vuur te kunnen geven.

Bonden in metselwerk is het aanbrengen van stenen in een bepaald patroon, het metselverband, om een stabiele en samenhangende constructie te verkrijgen.