Bouw Woordenboek

Een dijklichaam is het aangelegde grondlichaam van een waterkering, bedoeld om water te keren of te reguleren.

Een dijklichaam is het grondlichaam van een waterkering, zoals een dijk of dam, dat dient ter bescherming tegen hoogwater.

Dijkmonitoring is het geheel van herhaalde metingen aan een waterkering over een bepaalde periode en de verwerking daarvan, om gefundeerde beslissingen te kunnen nemen over de waterkering, het beheer of de monitoring zelf.

Een dijksysteem is een samenhangend geheel van dijken en andere waterkeringen dat bedoeld is om een gebied te beschermen tegen overstromingen.

Dijkversterking omvat het geheel aan maatregelen om een dijk veiliger te maken tegen overstromingen en waterdruk, vaak door aanpassingen aan de constructie of het toevoegen van materialen.

De dijkvoet is de onderrand van een dijk aan de waterzijde (buitendijks).

Dik water kan in de bouwcontext verwijzen naar water met een hoge concentratie zwevende stoffen, slib of sedimenten, of, in jargon van ingenieurs, naar een drassig landbouwgebied.

Een dikformaatsteen is een type baksteen of betonsteen met specifieke afmetingen die breder zijn dan waalformaat.

Een 'dikke wand' is een informele term die in de bouw en aanverwante gebieden wordt gebruikt om een wand aan te duiden met een grotere dikte dan gebruikelijk is voor standaard binnen- of buitenmuren, vaak met specifieke functies zoals verhoogde draagkracht, thermische of geluidsisolatie.

De dikte van een materiaal of element is de afstand gemeten tussen twee tegenoverliggende vlakken of oppervlakken.

De diktekant is de zijde van een object of materiaal waar de dikte zichtbaar is, bijvoorbeeld bij betonnen elementen, aanrechten of houten planken.

Een diktemeter is een meetinstrument om de dikte van diverse materialen en aangebrachte lagen, zoals coatings, vast te stellen.