Bouw Woordenboek

Een gebruiksprogramma voor een gebouw beschrijft de beoogde activiteiten en de benodigde ruimtelijke indeling om deze activiteiten mogelijk te maken.

De gebruikstoestand, ook wel bruikbaarheidsgrenstoestand (BGT) of gebruiksgrenstoestand (GGT) genoemd, beschrijft de toestand van een bouwconstructie tijdens normaal gebruik, waarbij comfort en functionaliteit centraal staan.

Een gebruiksvergoeding is een financiële compensatie voor het gebruik van een zaak die (gedeeltelijk) eigendom is van een ander, waarbij er geen sprake is van een huurovereenkomst.

Een gebruiksvergunning is een schriftelijke toestemming van de gemeente om een gebouw in gebruik te nemen en te houden voor een specifiek doel, waarbij de nadruk ligt op brandveiligheid.

Een gebruiksvoorschrift bevat richtlijnen en instructies voor het veilige en correcte gebruik van bijvoorbeeld een bouwwerk, installatie of product.

Een geclusterde woonvorm bestaat uit meerdere woningen die fysiek met elkaar verbonden zijn of daarmee vergelijkbaar, en vaak zijn ingericht op de woonwensen van specifieke doelgroepen, zoals ouderen, met aandacht voor sociaal contact en gemeenschapsgevoel.

Gecoat glas is glas voorzien van een dunne laag, vaak metaaloxiden, om de eigenschappen te verbeteren, zoals isolatie of zonwering.

Een gecombineerde constructie is een bouwkundige structuur waarbij verschillende materialen of bouwmethoden worden toegepast om de draagkracht en stabiliteit te optimaliseren.

Een gecombineerde warmte- en krachtcentrale (WKK) is een installatie die gelijktijdig elektriciteit en nuttige warmte opwekt, waardoor de energie-efficiëntie aanzienlijk wordt verhoogd.

Gecontroleerde Omgeving Landbouw (CEL), ook wel bekend als 'Controlled Environment Agriculture' (CEA) of geconditioneerde teelt, is een productiemethode waarbij gewassen worden geteeld in een afgesloten ruimte, zoals kassen of vertical farms, onder nauwkeurig gereguleerde omgevingsfactoren.

Gedecoreerd verwijst naar bouwkundige elementen of oppervlakken die zijn voorzien van versieringen, ook wel ornamenten genoemd, vaak met esthetische of symbolische doeleinden.

Een constructieve situatie waarbij een oplegging enige hoekverdraaiing toelaat, in tegenstelling tot een volledige inklemming waar dit niet mogelijk is.