Bouw Woordenboek

Gezonde gebouwen zijn ontworpen, gebouwd en onderhouden met aandacht voor het welzijn, de gezondheid en het comfort van de gebruikers, door een optimaal binnenmilieu te creëren.

GG is een afkorting die in de bouw verschillende betekenissen kan hebben, afhankelijk van de context waarin deze wordt gebruikt.

GGBS-beton, ook bekend als hoogovenslakcementbeton, is beton waarin een deel van het portlandcement is vervangen door gemalen gegranuleerde hoogovenslak (GGBS), een bijproduct van de ijzer- en staalproductie.

Een Gibbs-surround is een architectonische omlijsting rondom een deur, raam of nis, die wordt gekenmerkt door afwisselend uitspringende en minder uitspringende blokken, vaak rustica genoemd, en soms bovenaan een prominente sluitsteen en een fronton.

Een gids is een constructie-element, vaak in de vorm van een rail of profiel, dat bewegende bouwdelen zoals schuifdeuren of ramen leidt en stabiliseert tijdens hun beweging.

Een gierput is een opslagplaats, vaak ondergronds, voor vloeibare mest (gier) afkomstig van vee op agrarische bedrijven.

Gietasfalt is een waterdicht type asfalt dat door een overmaat aan bitumen in het mengsel bij hoge temperatuur wordt verwerkt en geen verdichting nodig heeft.

Gietbaarheid is de eigenschap van een materiaal die aangeeft in hoeverre het zich leent om in een (vaak complexe) vorm te worden gegoten, waarbij rekening wordt gehouden met factoren zoals vloeivermogen, vormvullend vermogen en het voorkomen van defecten.

Beton dat in een mal of bekisting wordt gegoten om de gewenste vorm te verkrijgen.

Gietbouw is een bouwmethode waarbij betonspecie op de bouwplaats in bekistingen wordt gestort om, met wapening, vloeren en dragende muren te vormen.

Een gietdekvloer is een vloeibaar aangebrachte laag over een constructievloer, bedoeld om een egale en vlakke basis te creëren voor de uiteindelijke vloerafwerking of om zelf als eindvloer te dienen.

Gieten is een bouwtechniek waarbij vloeibaar bouwmateriaal, zoals beton of metaal, in een mal of bekisting wordt verwerkt om na uitharding een specifieke vorm en sterkte te verkrijgen.