Bouw Woordenboek

Een gietijzeren brug is een brug waarbij de hoofddragende elementen zijn vervaardigd uit gietijzer.

Een gietmal is een vorm, zowel twee- als driedimensionaal, waarin of waarmee vloeibaar materiaal wordt gegoten om na uitharding een specifiek object te creëren, en die geschikt is voor meervoudig gebruik.

Gietmortel is een vloeibaar, cementgebonden mengsel dat wordt gebruikt voor het spelingvrij en sluitend vullen van holtes en ruimtes in constructies, zoals bij het ondergieten van prefab betonelementen, machinefundaties en verankeringen.

Gietstaal is een legering van ijzer en koolstof met een koolstofgehalte van minder dan 2,11% tot maximaal 2% koolstof, die in vloeibare toestand in vormen gegoten wordt.

Een gietvloer is een naadloze vloerafwerking die vloeibaar wordt aangebracht op een ondergrond en uithardt tot een egale laag.

Een gietvloer is een naadloze vloerafwerking die in vloeibare vorm wordt aangebracht en uithardt tot een egale laag.

Een gietvorm, ook wel mal of matrijs genoemd, is een hol of bol model dat de contravorm (negatief) is van het gewenste product.

Een gigantische orde, ook wel kolossale orde genoemd, is een architectonisch element waarbij zuilen of pilasters over minimaal twee bouwlagen doorlopen.

Gips is een mineraal dat hoofdzakelijk bestaat uit calciumsulfaat en wordt in de bouw onder andere gebruikt als bindmiddel, pleistermateriaal, en in gipsplaten en gipsblokken.

Gipsblokken zijn massieve bouwstenen gemaakt van stucgips, voornamelijk gebruikt voor het bouwen van niet-dragende binnenwanden.

Gipsen verwijst in de bouw doorgaans naar het aanbrengen van gipsgebonden afwerkmaterialen, zoals gipspleister op wanden en plafonds, of het verwerken van gipsplaten voor scheidingswanden en plafonds.

Een gipserspaan is een type spaan dat specifiek wordt gebruikt bij het verwerken van gips en gipspleister.