Bouw Woordenboek

Groene bouwmaterialen zijn materialen die gedurende hun gehele levenscyclus een minimale negatieve impact hebben op het milieu, met aandacht voor herkomst, productie, gebruik en verwerking na sloop.

Groene bouwmethoden omvatten technieken en processen in de bouw gericht op het verminderen van milieueffecten gedurende de gehele levenscyclus van een gebouw, van ontwerp tot sloop.

Groene energie is energie die wordt opgewekt uit hernieuwbare bronnen die van nature worden aangevuld en weinig tot geen schadelijke stoffen uitstoten, zoals zon, wind, waterkracht, aardwarmte (geothermie) en biomassa.

Groene gebouwen, ook wel duurzame gebouwen genoemd, zijn ontworpen, gebouwd en onderhouden met minimale negatieve impact op het milieu en het klimaat.

Een groene gevel is een bouwkundige gevel die, geheel of gedeeltelijk, begroeid is met planten.

Groene materialen zijn bouwmaterialen die op milieuvriendelijke wijze worden geproduceerd en gebruikt, met een lage milieu-impact en een focus op verantwoord gebruik van natuurlijke hulpbronnen.

Een groene muur, ook wel verticale tuin, levende muur of groene gevel genoemd, is een verticale constructie die begroeid is met planten en vaak niet grondgebonden is.

Groene steen verwijst in de bouwkunde meestal naar natuursteen met een prominente groene kleur, vaak gebruikt in decoratieve en soms constructieve toepassingen.

Groene sterkte is de samenhang van materialen zoals betonspecie of ongebakken klei direct na de vormgeving, waardoor het product zijn vorm behoudt en hanteerbaar is voordat het volledig is uitgehard of gebakken.

Groene stroom is elektriciteit die wordt opgewekt uit duurzame energiebronnen die onbeperkt beschikbaar zijn en waarbij het leefmilieu van toekomstige generaties niet wordt benadeeld.

Een groene wand, ook wel verticale tuin genoemd, is een verticale constructie met levende planten die groeien in een speciaal systeem, zoals met substraat of water.

Groene waterstructuren zijn systemen die natuurlijke elementen en vegetatie combineren om water in stedelijke en landelijke gebieden te beheren, met als doel het opvangen, bergen, zuiveren en geleiden van water.