Bouw Woordenboek

Een koppenfries is een horizontale strook in een gevel waarbij bakstenen met de kopse kant naar buiten zijn gemetseld.

Een koppenlat is een lat waarop de koppenmaat bij metselwerk staat aangegeven en die door de metselaar wordt gebruikt voor maatvoering.

De koppenmaat bij metselwerk is de breedte van één steen (kop) vermeerderd met de dikte van één stootvoeg.

Koppensnellen is het verwijderen van de bovenste, vaak beschadigde, laag beton van geheide palen om de wapening vrij te leggen voor de aansluiting op de funderingsbalk.

Een metselverband waarbij uitsluitend de koppen (korte zijden) van de bakstenen in het zicht liggen.

Kops gezaagd hout is hout dat haaks op de groeiringen van de boomstam is gezaagd, waardoor op het zaagvlak de jaarringen zichtbaar zijn.

Een kopse blokjesvloer is een vloer die bestaat uit korte, rechthoekige blokjes materiaal die met de kopse zijde naar boven op een ondergrond worden geplaatst en verbonden.

De kopse kant is de korte zijde van een bouwelement, zoals een baksteen, balk, plank of plaat, loodrecht op de lengterichting, waar bij hout vaak de jaarringen zichtbaar zijn.

Een kopsteen is een baksteen die in metselwerk met zijn korte zijde zichtbaar is in het gevelvlak.

Een korbeel is een schoor of schuinstaande balk die een verticale of schuinstaande constructie, zoals een muurstijl of spant, verbindt met een horizontale balk, zoals een gebintbalk of spantbalk, om deze te ondersteunen en de constructie te verstevigen.

Een korbeelbalk is een balk die schuin geplaatst is tussen een horizontale en een verticale balk in een houtconstructie.

Korbelen zijn horizontale of schuin geplaatste houten of stalen balken die worden gebruikt om een overstekende constructie te ondersteunen, zoals een balkon of dakoverstek.