Bouw Woordenboek

Een kansel, ook wel preekstoel genoemd, is een verhoogd spreekgestoelte in een kerkgebouw waar de geestelijke de preek houdt of de dienst leidt.

Een kanselafscheiding, ook wel kanselhek genoemd, is een afscheiding die het gebied rondom de kansel in een kerkgebouw markeert of afbakent.

Een kanselbord is een bouwkundig onderdeel, vaak gemaakt van hout, dat zich bevindt in of bij een kerk en wordt gebruikt voor het tonen van teksten, zoals Bijbelteksten.

Kant-en-klaar betekent dat een product of materiaal volledig gereed is voor direct gebruik, verwerking of installatie, vaak met minimale voorbereiding.

Kant-en-klare beton, ook bekend als transportbeton, is beton dat in een gespecialiseerde fabriek wordt geproduceerd en met een betonmixer naar de bouwplaats wordt getransporteerd voor directe verwerking.

Kant-en-klare betonelementen, ook wel prefab betonelementen genoemd, zijn bouw- of constructiematerialen van beton of gewapend beton die onder geconditioneerde omstandigheden in een fabriek worden gemaakt en vervolgens transportklaar zijn voor de bouwplaats.

Een kant-en-klare betonnen vloer, ook wel systeemvloer genoemd, is een geprefabriceerd vloerelement van beton dat in een fabriek wordt geproduceerd en op de bouwplaats direct geplaatst kan worden.

Kantafwerking is het bewerken of bedekken van de randen van materialen in de bouw om deze een nette, beschermde of functionele afwerking te geven.

Een kantbalk is een buitenste, vaak dragend element aan de rand van een vloer of dakconstructie, dat helpt bij de overdracht van krachten en het bieden van stabiliteit.

Een kanteel is een opstaand, massief deel van een borstwering, meestal te vinden op oude verdedigingswerken zoals kasteelmuren of torens, met regelmatige openingen ertussen.

De kantelaaf, ook wel neg of dagkant genoemd, is de dagzijde van het vooruitstekende muurwerk rond een opening, zoals een raam of deur, gezien vanaf de buitenzijde van het gebouw.

Een kantelaafpaumelle is een type paumelle of scharnier dat verder uitsteekt aan de draaizijde om een afstand te overbruggen, zodat een deur kan draaien waar dit anders niet mogelijk zou zijn.