Bouw Woordenboek

Een lintel is een horizontaal dragend element, meestal van hout, staal of beton, dat wordt gebruikt om openingen zoals deuren en ramen te overspannen en het gewicht van de bovenliggende constructie te dragen.

Een lintmuur is een doorlopende muur die dient voor het scheiden en dragen van delen van een gebouw.

Een lintschulpzaag is een lintzaag die specifiek is uitgerust of bedoeld is voor het schulpen van hout, oftewel het zagen in de lengterichting van de houtvezel.

Een lintvenster is een reeks naast elkaar geplaatste vensters die samen een horizontale eenheid vormen, waarbij er weinig tot geen muurdelen tussen de vensters aanwezig zijn.

Een lintvoeg is de horizontale, doorlopende voeg tussen twee lagen metselwerk.

Lintvoegwapening is voorgewapend staal dat wordt toegepast in de lintvoegen van metselwerk om de treksterkte te verhogen en scheurvorming te beperken.

Historisch gezien kan 'lintwerk' verwijzen naar smalle, lange versieringen of banden, soms toegepast in de context van textiel of meubilair.

Een lintzaag, ook wel bandzaag genoemd, is een zaagmachine met een eindloos lintvormig zaagblad dat om twee wielen is gespannen en aangedreven wordt, meestal door een elektromotor.

Een liplas is een traditionele houtverbinding waarbij de uiteinden van twee balken in elkaars verlengde worden verbonden door delen van de dikte weg te hakken of te zagen, waardoor 'lippen' en 'borsten' ontstaan die in elkaar passen.

In de geraadpleegde, toegestane bronnen kon geen definitie voor 'Lipschaal' als bouwkundige term worden gevonden.

Een liseen is een verticale, licht uit de muur springende strook zonder voetstuk of bekroning, toegepast als architectonisch siermotief.

Lithogenese is het proces waarbij gesteente ontstaat, met name sedimentair gesteente.