Bouw Woordenboek

Een overschot in de bouw verwijst naar de hoeveelheid materialen die overblijft na voltooiing van een project en meer is dan oorspronkelijk nodig was of besteld is.

Overspannen water is water in met water verzadigde grond waarvan de waterspanning tijdelijk verhoogd is als gevolg van een drukverhoging.

De overspanning is de afstand tussen twee steunpunten die door een dragend constructiedeel wordt overbrugd, zoals een balk, ligger, spant, latei of boog.

Een overspanningselement is een bouwkundig constructie-element dat een vrije ruimte tussen twee steunpunten overbrugt en daarbij belastingen draagt.

De overspanningslengte, ook wel overspanning of spanwijdte genoemd, is de afstand tussen twee steunpunten van een constructie, zoals een balk, ligger, spant, latei, boog, gewelf, kapconstructie, brug, viaduct of fundering.

Overspray is verf-, coating- of ander materiaalnevel die tijdens het spuiten onbedoeld op niet-bedoelde oppervlakken terechtkomt.

De overstaantijd is de minimale wachttijd tussen het aanbrengen van twee lagen verf of coating.

Een oversteek is het overhangende gedeelte van een gebouwdeel, zoals een dak, verdieping of gootconstructie, dat voorbij de gevel uitsteekt.

Een oversteekplaats is een aangeduide locatie op een weg, bestemd voor voetgangers en/of fietsers om veilig over te steken.

Een overstek is een overhangend gedeelte van een bouwdeel, zoals een dak, verdieping, goot of lijst, ten opzichte van het eronder gelegen deel van het gebouw.

Een overstekend dak, ook wel dakoverstek genoemd, is het deel van een dak dat buiten de gevel van een gebouw uitsteekt.

Een overstekende gevel of een deel daarvan is een bouwkundig element dat horizontaal voorbij het onderliggende gevelvlak of de fundering uitsteekt.