Bouw Woordenboek

Passiveren is een oppervlaktebehandeling van metalen, vaak na beitsen, waarbij het materiaal wordt behandeld om een passieve deklaag te vormen die beschermt tegen corrosie.

Een passiveringslaag is een dunne beschermende oxidelaag die zich vormt op het oppervlak van metaal, zoals (wapenings)staal, en het beschermt tegen corrosie.

Een passpen is een cilindervormig, ongetapt bevestigingselement dat wordt gebruikt om de positie van componenten vast te stellen, deze te verbinden of de richting tussen hen te behouden.

Een passtuk is een bouwkundig onderdeel dat wordt gebruikt om twee elementen of leidingen van verschillende afmetingen, vormen of materialen op elkaar aan te sluiten of een overgang te creëren.

Past Performance, ook bekend als vroegere of voorgaande prestaties, is een systeem voor het meten en beoordelen van de geleverde projectprestaties van betrokken partijen bij een bouwproject.

Pastophoria zijn twee kleine dienstruimten, vaak vierkant, gelegen aan weerszijden van het priesterkoor of de apsis in vroegchristelijke en oosterse kerken.

Pasvorm in de bouw verwijst naar de mate waarin bouwmaterialen, onderdelen of constructies nauwkeurig op elkaar aansluiten of in een bepaalde ruimte passen.

Een patentroede is een stalen profiel, vaak omgekeerd T-vormig, dat wordt gebruikt in glazen daken of dakvensters om glasplaten te klemmen.

Een patera is een decoratief cirkelvormig of ellipsvormig reliëf dat in de architectuur wordt gebruikt, vaak ter versiering van friezen en muren.

Een paternoster is een type personenlift bestaande uit een continu bewegende keten van open cabines die zonder te stoppen verticaal circuleren tussen verdiepingen in een gebouw.

Een patijtsverband, ook wel koppenverband genoemd, is een metselverband waarbij in alle lagen alleen de koppen van de stenen zichtbaar zijn.

Patina is een dunne oxidelaag die zich na verloop van tijd vormt op het oppervlak van materialen zoals metaal, steen en hout door blootstelling aan de omgeving.