Bouw Woordenboek

Placemaking is een proces gericht op het transformeren of verbeteren van openbare ruimtes om deze aantrekkelijker, functioneler en betekenisvoller te maken voor de gebruikers, vaak met actieve betrokkenheid van de gemeenschap.

Plafondafwerking is de laatste laag die op het plafond wordt aangebracht om het een esthetische uitstraling te geven en de functionaliteit te verbeteren.

Plafondankers zijn bevestigingsmiddelen die gebruikt worden om systemen en constructies, zoals verlaagde plafonds of leidingen, te verankeren in een plafond van bijvoorbeeld beton of metselwerk.

Een plafondbalk is een dragend of niet-dragend horizontaal element in een gebouw dat wordt gebruikt om een plafond te ondersteunen of om verlichting en andere elementen aan op te hangen.

Plafondbedekking is de afwerking aan de onderzijde van een vloer of dakconstructie in een gebouw.

Plafondbekleding omvat materialen of elementen die aan het plafond worden aangebracht voor esthetische verbetering, functionele eigenschappen zoals akoestiek, isolatie of brandwerendheid, of om installaties te verbergen.

Plafondbetimmering is een bekleding van het plafond, vaak bestaande uit houten panelen of planken, die esthetische en/of akoestische functies kan hebben.

Een plafondbevestiging is een middel of systeem om objecten, constructies of materialen aan een plafond te monteren.

Een plafondcassette kan in de bouwkunde verwijzen naar een verdiept vlak in een plafond, of naar een binnenunit van een klimaatsysteem die in het plafond wordt geplaatst voor luchtbehandeling.

Een plafondconstructie is de draagstructuur die wordt gebruikt om het plafond van een ruimte te ondersteunen en af te werken. Het kan direct tegen de vloer erboven zijn aangebracht of worden opgehangen, waardoor een ruimte tussen de vloer en het plafond ontstaat.

Plafonddecoratie omvat decoratieve elementen zoals sierlijsten, rozetten en ornamenten die op plafonds worden aangebracht voor esthetische verfraaiing.

Een plafondhanger is een bevestigingselement dat wordt gebruikt om een verlaagd plafond, zoals een systeemplafond, aan het bovenliggende bouwplafond of de verdiepingsvloer te bevestigen.