Bouw Woordenboek

Scharreren is een techniek die wordt toegepast op natuursteen en metselwerk om een oppervlak te bewerken door middel van het hakken van kort naast elkaar gelegen, evenwijdige groeven.

Een schatting is een voorlopige berekening van de verwachte kosten, materialen, arbeid en tijd voor een bouwproject, vaak op basis van beperkte informatie in de beginfase.

Schaven is een verspaningstechniek in de houtbewerking waarbij met een schaaf, handmatig of machinaal, dunne lagen materiaal worden verwijderd om het oppervlak van hout gladder, vlakker of dunner te maken.

De term 'scheef' verwijst in de bouwkunde naar een afwijking van de beoogde rechte, loodrechte of horizontale richting van een bouwkundig element of constructie.

Scheepsbeplanking, ook wel scheepshuid of huidbeplanking genoemd, vormt de buitenbekleding van een scheepsromp en draagt bij aan de sterkte en waterdichte afsluiting van een schip.

Scheepsbetimmering is de (houten) bekleding van de binnenzijde van een schip, inclusief vast meubilair zoals kooien en kastenwanden. Het is een ambachtelijk vakgebied binnen de scheepsbouw.

De scheepsbodem is het onderste deel van een schip, ook wel 'het vlak' genoemd, dat direct in contact staat met het water en essentieel is voor drijfvermogen en stabiliteit.

Een scheepsdek is een horizontaal oppervlak op een schip dat dient als vloer en de bovenste, waterdichte afsluiting vormt.

Een scheepshelling is een aflopende constructie aan de waterkant die wordt gebruikt om schepen uit het water te trekken of te water te laten, vaak voor onderhoud, reparatie of nieuwbouw.

De scheepshuid is de buitenbekleding van de scheepsromp en zorgt voor de waterdichtheid en structurele sterkte van het schip.

Het scheepsinterieur omvat het ontwerp, de inrichting en afwerking van de binnenruimtes van een schip, waarbij rekening wordt gehouden met functionaliteit, veiligheid en esthetiek.

De scheepsromp is het hoofdlichaam of casco van een schip dat zorgt voor het drijfvermogen en de stabiliteit.