Bouw Woordenboek

Een schenkel is in de bouwkunde een gebogen element dat deel uitmaakt van een boogconstructie, zoals bij gewelven of kapconstructies.

Een schenkelspant, ook bekend als philibertspant of philibertkap, is een dakspant dat is opgebouwd uit gebogen balken.

Een schep is een handgereedschap met een blad aan een steel, voornamelijk gebruikt voor het verplaatsen van los materiaal zoals zand, grind, grond of specie.

Een schepbak is een aanbouwdeel voor machines zoals graafmachines, shovels of heftrucks, ontworpen voor het verplaatsen en laden van losse materialen zoals grond, zand, grind, puin of afval.

Een scheplepel is een handgereedschap met een bakvormige kom en een steel, voornamelijk gebruikt voor het scheppen en verplaatsen van losse materialen.

Het verplaatsen of verwijderen van los materiaal zoals zand, aarde of grind, of het graven van kuilen, sleuven of een bouwput, vaak met behulp van een schop of schep.

Een scherpe hoek is in de meetkunde en bouwkunde een hoek die kleiner is dan 90 graden.

Een schets is een eerste, vaak nog ruwe, tekening of visuele weergave die wordt gebruikt om ideeën, wensen en mogelijkheden voor een bouwproject vast te leggen en te verkennen.

Een schetsblok, ook wel schetsboek of tekenblok genoemd, is een bundel papier die wordt gebruikt voor het maken van snelle tekeningen en aantekeningen, vaak als eerste stap in een creatief of bouwkundig ontwerpproces.

Een schetsboek is een boek met blanco papier, geschikt voor het maken van schetsen, tekeningen en aantekeningen.

Een schets is een snelle, globale tekening die in de bouwkunde en architectuur wordt gebruikt om eerste ideeën en concepten van een bouwproject visueel vast te leggen.

Het schetsontwerp is een vroege fase in het bouwtraject waarin de eerste ideeën voor een gebouw of project visueel worden gemaakt door middel van schetsen en tekeningen.