Bouw Woordenboek

Shake-hands architectuur is een bouwstijl uit de Wederopbouwperiode (na de Tweede Wereldoorlog) die traditionele bouwmethoden en materialen combineert met moderne elementen en constructies.

Een shear plate is een metalen plaat die, vaak gebruikt in combinatie met bouten, wordt ingelaten in houtconstructies om schuifkrachten tussen houten delen of tussen hout en staal over te dragen en te verdelen.

Een sheddak, ook bekend als zaagdak of zaagtanddak, is een dakvorm die bestaat uit een reeks evenwijdige daken met twee verschillende hellingen, waarbij het steilste dakvlak vaak van glas is voorzien voor lichtinval.

Sheetpiles zijn dunne platen van hout, staal of beton die in de grond worden geheid of getrild om een verticale grondkering te vormen voor bijvoorbeeld bouwputten of waterkeringen.

De shikhara is een toren of spits boven het heiligdom (garbhagriha) van een Hindoetempel in Noord-India, en soms ook in Jain-tempels.

De Shikhara is de torenspits op een hindoetempel die meestal piramidevormig is en boven op het heiligdom of de cel (Sanctum Sanctorum) staat. De Mandapa verwijst naar de hal voor het heiligdom, de Pradakshina is de gang eromheen en de Vimana vertegenwoordigt de toren boven het heiligdom.

Een shim is een dunne, platte of wigvormige strook materiaal die gebruikt wordt om kleine ruimtes op te vullen, afstanden af te stellen of uitlijning te corrigeren tussen bouwcomponenten of machineonderdelen.

Shingles zijn overlappende elementen, veelal toegepast als dakbedekking voor hellende daken, die in verschillende materialen zoals bitumen, hout, kunststof, of metaal verkrijgbaar zijn.

Een shingle roof is een dakbedekking die bestaat uit overlappende, individuele elementen, vaak gemaakt van bitumineus materiaal of hout, die worden toegepast op hellende daken.

Een shingle-dak is een dakbedekking voor hellende daken die bestaat uit overlappende elementen, zogenaamde shingles of dakleien, gemaakt van diverse materialen zoals bitumen of hout.

Shingles, ook wel dakshingles genoemd, zijn stroken dakbedekking, vaak gemaakt van bitumen met een glasvliesinlage, die overlappend worden aangebracht op hellende daken om deze waterdicht te maken.

Shinto-architectuur is de bouwstijl die wordt toegepast bij Japanse shinto-tempels (jinja), gebouwen gewijd aan de shinto-godsdienst waarbij natuurkrachten en voorouders als goden (kami) worden vereerd.