Bouw Woordenboek

Een vloerput is een afvoerpunt in de vloer dat overtollig water of andere vloeistoffen afvoert naar het riool of een infiltratiesysteem, en vaak voorzien is van een rooster en een stankslot.

De vloerrand is de afsluiting of begrenzing van een vloerconstructie, vaak bij de overgang naar een wand, trapgat of sparing.

Een vloerrib is een langwerpige balk die deel uitmaakt van een vloerconstructie en dient ter ondersteuning van de vloer.

Vloersignalering, ook wel vloermarkering of vloerbelijning genoemd, bestaat uit het aanbrengen van visuele markeringen op vloeroppervlakken om veiligheid, navigatie en organisatie te verbeteren in gebouwen en buitenruimtes.

Vloerstrips, ook wel vloerprofielen genoemd, zijn dunne stroken van verschillende materialen die worden gebruikt voor de afwerking van vloerranden en overgangen tussen diverse vloerbedekkingen.

Een vloersysteem, vaak aangeduid als systeemvloer of constructievloer, is een horizontaal bouwkundig element dat ruimtes scheidt en belastingen draagt.

Een vloertegel is een tegel die specifiek bedoeld is voor het bedekken van vloeren en dient als afwerkvloer bovenop een constructievloer.

Vloertegels zijn platen van diverse materialen, zoals keramiek of natuursteen, die worden gebruikt als afwerking en bescherming van vloeren.

Een verwarmingssysteem dat warmte afgeeft via leidingen die in of direct onder de vloer zijn geplaatst, waardoor de vloer fungeert als groot, laagtemperatuur verwarmingselement.

Een vlokkenvloer is een type gietvloer of vloercoating waarbij decoratieve vlokken worden ingestrooid in een natte kunststof laag, zoals epoxy of polyurethaan, en afgewerkt met een transparante toplaag.

Een vlonder is een buitenconstructie van planken of tegels, vaak verhoogd, die dient als loopvlak of zitruimte in tuinen, langs water of op balkons en dakterrassen.

Een vlotbrug is een beweegbare drijfbrug waarbij het drijvende gedeelte horizontaal beweegt om scheepvaart door te laten.