Bouw Woordenboek

De vorstgrens is de diepte in de grond tot waar de bodem kan bevriezen bij koude temperaturen.

Een vorsthaak is een metalen beugel die wordt gebruikt om nokvorsten stevig te bevestigen aan de ruiterbalk van een dakconstructie.

Een vorsthoed is een keramisch hulpstuk dat wordt toegepast op daken waar meerdere nokken samenkomen, om een nette en waterdichte aansluiting te realiseren.

Een vorstkam, ook bekend als dakkam of crête, is een sierelement dat wordt toegepast op de nok (vorst) van een dak.

Een vorstpan, ook wel nokvorst of nokpan genoemd, is een speciale dakpan die wordt gebruikt op het hoogste punt (de nok) van een hellend dak om de aansluiting van de twee dakvlakken af te dichten tegen weersinvloeden zoals regen, wind en sneeuw.

Een vorstrand is een funderingsonderdeel, vaak uitgevoerd in beton, dat aan de vloer wordt vastgestort en bedoeld is om vorstschade aan de fundering en het gebouw te voorkomen.

Vorstschade is schade aan bouwmaterialen en constructies die ontstaat doordat water in de poriën of scheuren van het materiaal bevriest en uitzet.

Een vorststeen is een bouwkundig element, vaak van natuursteen of beton, dat historisch werd toegepast als afdekking op de nok van een dak.

Vorstverlet is een periode waarin bouwwerkzaamheden worden stilgelegd vanwege ongunstige weersomstandigheden, veelal veroorzaakt door vorst, waardoor veilig werken niet mogelijk is.

Vorstverwering is het uiteenvallen van gesteenten en bouwmaterialen onder invloed van het herhaaldelijk bevriezen en ontdooien van in poriën en scheuren aanwezig water.

Vorstweerstand is de mate waarin een bouwmateriaal bestand is tegen schade veroorzaakt door het bevriezen en ontdooien van water in de poriën.

Een votief is een object dat geschonken wordt als inwilliging van een gelofte of als blijk van dank, vaak in een religieuze context.