Bouw Woordenboek

Weidevogels zijn vogelsoorten die hun leefgebied en broedplaats voornamelijk vinden in open agrarische graslandschappen.

Een weldorpel is een dorpel die aan de onderkant van een naar binnen draaiende buitendeur of raam wordt bevestigd om regenwater af te voeren en zo inwatering te voorkomen.

Het beginpunt van een boog of gewelf, waar de constructie overgaat van de verticale ondersteuning naar de gebogen vorm.

Welfsel is een in Vlaanderen (België) gangbare term voor een vloerelement, vaak een geprefabriceerde betonnen plaat, die wordt gebruikt als constructieve vloer of dak.

Een welfselvloer is een vloerconstructie die bestaat uit geprefabriceerde vloerelementen (welfsels), doorgaans van beton, die rusten op dragende muren of balken en vaak wordt afgewerkt met een druklaag.

Een mat, vaak geplaatst bij een entree, die dient om vuil en vocht van schoenen te verwijderen alvorens een gebouw te betreden.

De WELL Building Standard is een internationaal certificeringssysteem dat zich richt op de invloed van gebouwen op de gezondheid en het welzijn van de gebruikers.

Een wellnesscenter is een faciliteit gericht op ontspanning en welzijn, vaak voorzien van diverse voorzieningen zoals sauna's, zwembaden, whirlpools en behandelruimtes.

Een welstandscommissie is een onafhankelijke gemeentelijke commissie die adviseert over de esthetische en ruimtelijke kwaliteit van bouwplannen en de inpassing in de omgeving, op basis van de plaatselijke welstandsnota.

Welstandsvrij bouwen houdt in dat een bouwplan niet getoetst wordt aan de welstandsnota en de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit geen advies uitbrengt over het uiterlijk van het bouwwerk.

Het welstuk is de bovenste trede van een trap die aansluit op de vloer van de verdieping of een bordes.

Wemeling is een onregelmatige vertekening in glas, veroorzaakt door een gewelfde oppervlaktestructuur.