IkbenBint.nl
Circulair bouwen: Van sloop tot hergebruik
Duurzaamheid

Circulair bouwen: Van sloop tot hergebruik

Circulair bouwen wordt vaak gepresenteerd als de norm, maar de praktijk is weerbarstiger. Dit artikel ontleedt hoe sloopmateriaal opnieuw wordt ingezet, wat circulair bouwen écht betekent en waar de ambities stranden op technische, financiële en juridische realiteit.

12 december 2025 5 min.

De kloof tussen circulaire ambitie en slooprealiteit

De Nederlandse bouwsector koestert de ambitie om in 2050 volledig circulair te zijn, een doelstelling die in 2030 al een reductie van 50% in primair grondstoffengebruik veronderstelt. Deze transitie vraagt om een radicale verandering in de omgang met materialen, met name die welke vrijkomen bij sloopactiviteiten. Desondanks blijkt uit onderzoek dat momenteel slechts 8% van de materialen en componenten die vrijkomen bij sloop daadwerkelijk wordt hergebruikt. De bouwpraktijk onthult een complexe realiteit waarin idealen vaak botsen met technische, financiële en juridische belemmeringen.

Wat circulair bouwen werkelijk inhoudt

Circulair bouwen gaat verder dan het simpelweg recyclen van afval; het is een duurzame bouwmethode gericht op het ontwerpen, gebruiken en hergebruiken van gebouwen, gebieden en infrastructuur, waarbij grondstoffen en materialen in een gesloten kringloop blijven en waardeverlies wordt geminimaliseerd. Dit betekent het verlengen van de levenscyclus van materialen en producten door hergebruik, herstel en recycling, met als ultiem doel een economie zonder afval. In de praktijk onderscheiden we vaak directe hergebruik (materialen in hun oorspronkelijke vorm opnieuw inzetten), recycling (materialen verwerken tot nieuwe grondstoffen) en urban mining (het winnen van grondstoffen uit bestaande gebouwen met behoud van waarde). De overgang van een lineaire 'take-make-dispose' economie naar een circulaire benadering is hierbij fundamenteel.

De belofte van sloopmateriaal als nieuwe grondstof

In een ideale circulaire bouweconomie zouden gebouwen gezien worden als materiële banken, waarbij de sloop feitelijk een 'oogst' van waardevolle bouwstoffen betekent. Dit vermindert de afhankelijkheid van primaire grondstoffen, verlaagt de CO2-uitstoot en minimaliseert de algehele milieubelasting van de bouwsector. De visie is dat componenten zoals gevels, vloeren en kozijnen na demontage direct opnieuw ingezet kunnen worden in nieuwe projecten, waardoor een bijna compleet nieuw gebouw kan ontstaan uit sloopmateriaal. Echter, deze belofte stuit in de huidige praktijk op aanzienlijke uitdagingen.

Waar de circulaire ambitie botst met de bouwrealiteit

De technische realiteit: verder kijken dan het oog reikt

Eén van de grootste obstakels ligt in de technische uitvoerbaarheid van hergebruik. Bestaande gebouwen zijn veelal niet ontworpen met demontage in gedachten, wat het 'oogsten' van onbeschadigde materialen complex en kostbaar maakt. Bouwkundige constructies met gemengde materialen, zoals bakstenen aan beton verankerd of componenten met meerdere verlijmde lagen, maken scheiding en hoogwaardig hergebruik problematisch. Daarnaast ontbreekt vaak cruciale informatie over de exacte samenstelling en de staat van materialen, wat de risico's op het gebied van kwaliteit en constructieve veiligheid verhoogt. Een materialenpaspoort zou hier uitkomst bieden, maar is nog geen standaardpraktijk.

De financiële realiteit: hogere kosten en onzekere baten

Hoewel circulair slopen op lange termijn milieuwinst en potentieel economische winst belooft, zijn de initiële kosten vaak hoger dan bij traditionele sloop. Het zorgvuldig en handmatig demonteren vergt meer tijd en gespecialiseerde arbeid dan machinale sloop. De kosten voor sortering, opslag en eventuele bewerking van secundaire materialen zijn aanzienlijk. De markt voor hergebruikte materialen is bovendien nog volop in ontwikkeling, wat leidt tot onzekerheid over de opbrengst en restwaarde. Financiers zijn vaak huiverig voor de risico's van innovatieve circulaire projecten, wat de benodigde investeringen belemmert.

De juridische context: een lineair keurslijf voor een circulair vraagstuk

De huidige wet- en regelgeving is veelal gebaseerd op een lineair bouwmodel en sluit niet altijd naadloos aan bij de principes van circulair bouwen. Hoewel de Omgevingswet mogelijkheden biedt om duurzaamheid en circulariteit te stimuleren, wordt circulair bouwen er niet expliciet in genoemd, wat directe verplichting bemoeilijkt. De MilieuPrestatie Gebouwen (MPG) stelt sinds 2013 weliswaar een grenswaarde voor de milieubelasting van materialen verplicht, maar dit stimuleert circulariteit indirect en richt zich niet specifiek op materiaalhergebruik. Bovendien kunnen vragen over aansprakelijkheid bij het hergebruik van materialen zonder duidelijke certificering een barrière vormen.

Praktijkervaring en de rol van de opdrachtgever

De praktijk toont aan dat een gebrek aan integrale samenwerking en communicatie binnen de bouwketen de voortgang van circulair bouwen vertraagt. Sloopaannemers voeren uit wat de opdrachtgever vraagt. Als er geen duidelijke vraag is naar circulair slopen en hoogwaardig hergebruik, zal de focus blijven liggen op efficiënte afvoer en recycling van granulaat voor laagwaardige toepassingen in de GWW-sector. Een concrete case is de veelvoorkomende situatie waarin specifieke elementen zoals kozijnen of deuren wel met zorg worden gedemonteerd voor hergebruik in kleine projecten, maar de massastromen zoals betonpuin vaak direct worden gebroken tot granulaat voor funderingen, ondanks de potentie voor hoogwaardiger gebruik als toeslagmateriaal in nieuw beton. Dit is een gemiste kans voor het sluiten van de kringloop, gedreven door kostenoverwegingen en gebrek aan vraag.

Belangen en incentives: de noodzaak van een systeemwijziging

De bestaande marktmechanismen en financiële prikkels zijn nog onvoldoende afgestemd op circulair bouwen. Kortetermijnwinst prevaleert vaak boven de langetermijnvoordelen van circulariteit, waardoor de keuze voor goedkope nieuwe materialen sneller wordt gemaakt. Er is een gebrek aan stimulering vanuit de overheid door middel van fiscale vergroening, zoals een hogere belasting op primaire grondstoffen of vrijstelling van BTW op hergebruikte materialen. Om de transitie te versnellen, zijn systeemwijzigingen nodig die alle actoren in de keten – van ontwerper tot sloper tot opdrachtgever – prikkelen om circulair te werken. Dit omvat de ontwikkeling van duidelijke meetmethoden voor circulariteit, uniforme materialenpaspoorten en het creëren van een robuuste markt voor secundaire bouwmaterialen.

De weg vooruit: systeemdenken en ketensamenwerking

De transitie naar een volledig circulaire bouwsector vraagt om meer dan alleen goede intenties. Het vereist een fundamentele herziening van de gehele bouwketen, waarbij ontwerp voor demontage en materialenpaspoorten vanaf het begin integraal onderdeel zijn van het bouwproces. Verbeterde samenwerking tussen alle betrokken partijen, van architect en aannemer tot sloper en opdrachtgever, is essentieel om de uitdagingen te overwinnen. Daarnaast is een proactieve rol van de overheid onmisbaar, zowel in het aanpassen van wet- en regelgeving als in het stimuleren van de vraag naar circulaire oplossingen. Pas wanneer techniek, financiën, wetgeving en praktijkervaring hand in hand gaan, kan circulair bouwen de belofte van 'van sloop tot hergebruik' daadwerkelijk waarmaken.

Gebruikte bronnen

  1. https://www.ajansenbv.com/wat-is-circulair-slopen/
  2. https://www.betonakkoord.nl/wp-content/uploads/sites/43/179976/19_circulair_slopen.pdf
  3. https://intersloop.nl/wat-is-circulair-slopen-duurzaam-en-toekomstgericht-slopen-in-2025/
  4. https://drexxcirculair.nl/wat-is-circulair-slopen/
Tags
Duurzaam bouwen
Meer over de bronnen die wij gebruiken
Ajansenbv Betonakkoord Intersloop Drexxcirculair