IkbenBint.nl
Nieuwe norm voor circulaire aanbesteding: Wat verandert er?
Nieuws

Nieuwe norm voor circulaire aanbesteding: Wat verandert er?

De Rijksoverheid en decentrale overheden stellen steeds concretere eisen aan circulariteit in aanbestedingen. Dit artikel ontleedt wat deze nieuwe norm inhoudt voor aannemers en architecten, van meetbare prestaties tot financiële en juridische implicaties, en hoe de praktijk hierop anticipeert.

12 december 2025 5 min.

Van ambitie naar meetbare eisen

De verschuiving naar een volledig circulaire economie in 2050, zoals de Nederlandse overheid nastreeft, vertaalt zich steeds directer in aanbestedingen. Waar circulariteit voorheen vaak als een algemene ambitie werd geformuleerd, zien we nu een concrete vraag naar kwantificeerbare prestaties. Overheden, zowel Rijk als decentraal, hanteren een meer gestandaardiseerde benadering, onder meer via initiatieven zoals 'Het Nieuwe Normaal', om eenduidige circulaire prestatieniveaus uit te vragen. Dit zorgt voor duidelijkheid, maar vraagt ook om een andere voorbereiding bij inschrijvers.

Centraal in deze nieuwe aanpak staan instrumenten als de Levenscyclusanalyse (LCA) en het materialenpaspoort. Een LCA evalueert de milieubelasting van een product, proces of dienst gedurende de gehele levensduur, van grondstofwinning tot afvalverwerking. Het biedt inzicht in de totale milieu-impact en is daarmee een cruciaal meetinstrument geworden. Het materialenpaspoort, een digitaal document, geeft op zijn beurt inzicht in de materialen en grondstoffen die in een gebouw zijn verwerkt, inclusief hun herkomst, samenstelling en herbruikbaarheid. Dit draagt bij aan transparantie en waardebehoud, door gebouwen te zien als 'grondstoffendepot' voor toekomstig hergebruik. Hoewel een wettelijke verplichting voor het materialenpaspoort nog onderzocht wordt, wordt het al steeds vaker als eis opgenomen in aanbestedingen, vooral bij gunning op de meest circulaire inschrijving.

De technische realiteit en de kloof met idealen

De implementatie van circulaire ambities in bouwprojecten stuit in de praktijk op technische complexiteit. Circulair bouwen omvat principes als herbruikbaarheid, de keuze voor duurzame grondstoffen en slimme, demontabele ontwerpen. Materialen moeten zodanig worden gekozen en verwerkt dat zij aan het einde van een levensfase opnieuw kunnen worden gebruikt, wat impliceert dat 'bouwen' transformeert naar 'monteren' en 'slopen' naar 'demonteren'. Echter, een 100% circulair gebouw is op dit moment nog niet volledig realiseerbaar, omdat voor veel producten nog geen volwaardige circulaire alternatieven bestaan.

Voor aannemers en architecten betekent dit dat een diepgaande kennis van materialen en bouwmethoden essentieel wordt. Het ontwerpen voor demontage en aanpasbaarheid, het specificeren van materialen met een bekend en traceerbaar herkomst, en het anticiperen op toekomstige hergebruikscenario's vragen om specialistische expertise. De afstemming tussen vraag en aanbod van secundaire bouwmaterialen is daarbij een aanzienlijke uitdaging, net als het borgen van de kwaliteit en de risico’s die aan hergebruik kleven.

Financiële prikkels en de economische balans

Circulair bouwen brengt andere financiële overwegingen met zich mee dan traditionele methoden. Hoewel initiële investeringskosten hoger kunnen liggen, wordt dit deels gecompenseerd door de potentiële restwaarde van materialen en lagere kosten in de exploitatiefase. Het concept van Total Cost of Ownership (TCO), waarbij de totale kosten over de gehele levensduur worden beschouwd, wint daarom terrein. Financiële prikkels vanuit overheden, zoals subsidies voor circulaire innovaties en de eisen in aanbestedingen zelf, spelen een cruciale rol om de markt te stimuleren.

Nieuwe verdienmodellen, zoals leaseconstructies of koop-terugkoopafspraken waarbij leveranciers eigenaar blijven van materialen of producten, zorgen voor een prikkel om te ontwerpen voor een langere levensduur en demontage. Dit kan de onzekerheid over de toekomstige waarde van materialen verminderen en banken helpen de kansen van circulariteit beter op waarde te schatten bij financiering. Desondanks blijft de markt worstelen met het monetariseren van deze 'immateriële' waarden en het integreren van deze aspecten in gangbare kostencalculaties.

Juridische kaders en contractuele aansprakelijkheid

De traditionele juridische kaders zijn niet altijd toereikend voor de circulaire bouwpraktijk. Met name de principes van eigendom en aansprakelijkheid vragen om herbezinning. Volgens de huidige wet is de eigenaar van een gebouw ook eigenaar van de bestanddelen ervan. Wanneer materialen echter eigendom blijven van de producent, ontstaan er vragen over juridische splitsing en verantwoordelijkheden bij defecten of hergebruik.

Circulaire aanbestedingen vereisen daarom heldere, op maat gemaakte contracten. Deze moeten niet alleen circulaire ambities vertalen naar werkbare afspraken over hergebruik, onderhoud en materiaaleigendom, maar ook duidelijke afspraken bevatten over risicoverdeling, kwaliteitsborging en de bewijslast voor circulaire prestaties. Zonder expliciete contractuele borging blijven er onduidelijkheden bestaan die de transitie naar een circulaire economie kunnen vertragen.

De veranderende rol van aannemers en architecten

Voor aannemers en architecten betekent de nieuwe norm in circulaire aanbestedingen een significante evolutie van hun rol. Architecten moeten verder kijken dan esthetiek en functionaliteit; zij worden strategische partners die opdrachtgevers en aannemers meenemen in een toekomstbestendig en circulair verhaal. Dit vraagt om een integrale benadering, waarbij flexibiliteit en aanpasbaarheid van ontwerpen centraal staan. Zij moeten de bouw als een 'bouwdoos' benaderen, waarbij onderdelen eenvoudig in en uit elkaar gehaald kunnen worden.

Aannemers worden geconfronteerd met de noodzaak tot ketensamenwerking en het innoveren in bouwprocessen en materiaalkeuze. De focus verschuift van het simpelweg bouwen naar het beheren van materiaalstromen en het optimaliseren van de levenscyclus. Dit vereist nieuwe kennis over het 'oogsten' van materialen, het bewerken ervan voor hergebruik en het beheren van de bijbehorende logistiek. Risicobeheersing, bijvoorbeeld op het gebied van beschikbaarheid en kwaliteit van circulaire materialen, wordt een integraal onderdeel van projectmanagement. Overheden erkennen dat zij als opdrachtgever een aanjager kunnen zijn, en vragen in tenders dan ook vaker om een concrete visie op de circulaire economie en een plan van aanpak voor de uitvoering ervan.

Conclusie: van visie naar verankering

De nieuwe norm voor circulaire aanbesteding is een onomkeerbare ontwikkeling. Overheden concretiseren hun ambities door meetbare eisen te stellen via instrumenten als LCA's en materialenpaspoorten. Deze ontwikkeling dwingt de bouwsector tot diepgaande technische innovatie, een herijking van financiële modellen en een aanpassing van juridische afspraken. Aannemers en architecten die nu investeren in kennis, ketensamenwerking en adaptieve ontwerpprincipes, zullen de leiders zijn in de transitie naar een werkelijk circulaire bouweconomie. De vraag is niet langer 'of' we circulair bouwen, maar 'hoe' we de visie consistent en meetbaar verankeren in elk project, van aanbesteding tot demontage.

Gebruikte bronnen

  1. https://talking-heads.nl/hoe-financiele-prikkels-circulair-ondernemen-stimuleren/
  2. https://europadecentraal.nl/onderwerp/aanbesteden/verantwoord-aanbesteden/circulair-aanbesteden/
  3. https://re-brick.nl/kennisbank/materialenpaspoort/
  4. https://www.nysingh.nl/blog/circulair-bouwen-en-juridische-aandachtspunten/
Tags
Aanbestedingen
Meer over de bronnen die wij gebruiken
Nysingh Europadecentraal Talking-heads Re-brick