IkbenBint.nl
Woningen op het water – toekomstbestendig of niche?
Nieuws

Woningen op het water – toekomstbestendig of niche?

Dit artikel analyseert drijvende woningen als mogelijke oplossing voor ruimtegebrek en klimaatproblemen, waarbij de technische, financiële en juridische realiteit kritisch wordt belicht en de kloof tussen beleid en praktijk wordt geduid.

12 december 2025 6 min.

De belofte van drijvend bouwen: meer dan een romantisch ideaal

De gedachte aan wonen op het water roept vaak beelden op van idyllische watervilla's en innovatieve, klimaatbestendige oplossingen. In een land als Nederland, met een groeiende bevolking, toenemende waterstanden en een nijpend tekort aan bouwgrond, lijken drijvende woningen een logische uitweg. Beleidsmakers en ontwikkelaars zien potentieel om zowel de woningnood te adresseren als voor te sorteren op klimaatverandering. Recent onderzoek suggereert zelfs ruimte voor een miljoen drijvende woningen in Nederland. Echter, de praktijk van drijvend bouwen is weerbarstiger dan de enthousiaste visies doen vermoeden. Er gaapt een aanzienlijke kloof tussen het conceptuele ideaal en de complexe realiteit van techniek, financiën en wetgeving.

Technische realiteit: complexiteit onder de waterlijn

Een drijvende woning is geen boot en ook geen traditioneel huis; het is een bouwwerk met specifieke technische vereisten. De constructie rust op een drijvende fundering die meebeweegt met het waterpeil. Deze fundering, of drijflichaam, kan uit diverse materialen bestaan, zoals beton, staal, composiet of gerecycled kunststof. Betonnen drijflichamen presteren vaak beter en hebben een langere levensduur dan die van behandeld hout, en stalen of aluminium vlotters vereisen extra onderhoud om roest of waterschade te voorkomen. Essentieel voor de stabiliteit en veiligheid is de juiste engineering van het drijfvermogen, diepgang en rechtligging, conform normen zoals NTA 8111. De verbinding met de vaste wal vereist flexibele aanmeervoorzieningen, zoals meerpalen, ankers of beugels, die de woning op zijn plek houden terwijl deze verticaal kan bewegen. De aansluiting op nutsvoorzieningen (elektra, water, riolering, data) vraagt om flexibele en geïsoleerde leidingen die de hoogteverschillen kunnen opvangen. Ook de levensduur van een drijvende woning, met goed onderhoud, kan dertig tot vijftig jaar of langer bedragen, afhankelijk van de gebruikte materialen en constructie. Aandachtspunten blijven echter de impact van kruiend ijs, de mogelijke aanwezigheid van objecten onder de drijflichamen en het intensievere onderhoud van onderwaterconstructies vergeleken met een landwoning.

Juridische context: varend schip of vastgoed?

De juridische status van een drijvende woning is in Nederland van oudsher complex en volop in beweging. Lang werden drijvende objecten, zelfs met permanente ligplaats, vaak als ‘schip’ en daarmee als roerende zaak beschouwd. Dit heeft verstrekkende gevolgen: zo gelden er voor roerende zaken geen hypotheekrechten in de traditionele zin, geen huurbescherming, en zijn er beperkingen met betrekking tot erfdienstbaarheden, opstalrecht en erfpacht. Met de introductie van het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) en de Omgevingswet is geprobeerd meer duidelijkheid te scheppen. Nieuwe drijvende bouwwerken worden nu als ‘bouwwerk’ gezien, waarop de technische voorschriften van het Bbl van toepassing zijn, zij het met enkele afwijkingen. Zo gelden er bijvoorbeeld lagere eisen voor badruimte, buitenberging en buitenruimte, vergelijkbaar met particulier opdrachtgeverschap op land. De aansluiting op het gas- en warmtenet is niet verplicht, maar kan via het omgevingsplan door gemeenten worden aangepast. Echter, de discussie over de kwalificatie als roerend of onroerend blijft bestaan, mede omdat jurisprudentie een drijvende opstal die bestemd is om te drijven, doorgaans als een schip en dus roerende zaak aanmerkt, zelfs als deze constructief aan de bodem is verbonden met palen die meebewegen. Dit creëert een spanningsveld tussen de technische realiteit van een vastgelegde 'watervilla' en de juridische classificatie die de financierbaarheid en eigendomsrechten beïnvloedt.

Financiële realiteit: hogere aanvangskosten en onzekere waardevastheid

De initiële kosten voor drijvende woningen liggen vaak hoger dan voor vergelijkbare grondgebonden woningen, met schattingen die oplopen tot 10 procent meer. Dit komt door de gespecialiseerde bouwmethoden, de benodigde infrastructuur (steigers, afmeervoorzieningen) en de complexiteit van vergunningstrajecten. Een van de grootste kostenposten is de ligplaats. Schaarste aan vergunde locaties, met name in het westen van Nederland, drijft de prijzen op tot soms meer dan een miljoen euro voor een ligplaats alleen. De financiering van drijvende woningen is eveneens een knelpunt. Omdat veel banken een drijvende woning als roerende zaak beschouwen, is een reguliere hypotheek lastiger te verkrijgen dan voor onroerend goed. Hoewel er gespecialiseerde aanbieders zijn en hypotheekrenteaftrek mogelijk is onder bepaalde voorwaarden (vaste ligplaats, hoofdverblijf, WOZ-beschikking), is de keuzevrijheid beperkt en stellen geldverstrekkers specifieke eisen, zoals inschrijving in het scheepsregister en een allrisk verzekering. Ook de opstalverzekering is doorgaans duurder vanwege de verhoogde risico's op lekkage of aanvaring. Hoewel studies het potentieel van betaalbare drijvende wijken benadrukken door lagere onderhoudskosten voor bodemdaling, blijft de marktpraktijk nu vooral gericht op het hogere segment.

Praktijkervaring en belangen: een stroperig proces

In de praktijk toont de ontwikkeling van drijvende woningen een tweedeling. Enerzijds zijn er de pioniers en liefhebbers die de unieke woonomgeving en de bijdrage aan klimaatadaptatie omarmen. Projecten zoals Schoonschip in Amsterdam laten zien dat zelfvoorzienende, duurzame drijvende gemeenschappen mogelijk zijn. Anderzijds stuiten projectontwikkelaars en initiatiefnemers op een web van regelgeving en beleidsverschillen tussen gemeenten, provincies en waterschappen. Elke waterkavel heeft zijn eigen context, wat maatwerk in vergunningverlening en technische oplossingen vereist. De aanleg van complete drijvende wijken brengt complexe uitdagingen met zich mee, zoals de afstemming van ruimtelijke ordening, waterkwaliteit (maximaal dertig procent bedekking van het wateroppervlak om waterkwaliteit te waarborgen), en de noodzaak tot participatie van diverse nutsbedrijven en hulpdiensten. De belangen van de verschillende partijen – bewoners, ontwikkelaars, gemeenten, waterbeheerders en financiële instellingen – zijn niet altijd congruent. Hoewel gemeenten het potentieel van drijvende woningen voor ruimtegebrek erkennen, blijven de hoge kosten en complexe procedures de opschaling belemmeren. De perceptie van een 'volwassen' woonvorm die vergelijkbaar is met landwoningen botst met de realiteit van afwijkende juridische en financiële kaders, wat leidt tot onzekerheid bij alle betrokkenen.

Conclusie: niche met potentieel, geen universele oplossing

Drijvende woningen zijn onmiskenbaar innovatief en bieden specifieke voordelen, met name in de context van klimaatadaptatie en het creëren van nieuwe woonruimte in waterrijke gebieden. Ze zijn echter geen simpele universele oplossing voor de brede woningnood of klimaatproblemen. De technische complexiteit, de vaak hogere aanvangsinvesteringen, de juridische onduidelijkheid rondom de status van roerend of onroerend goed, en de daaruit voortvloeiende financieringsuitdagingen positioneren drijvend bouwen momenteel nog primair als een nichemarkt. Hoewel er technologische ontwikkelingen zijn die drijvend bouwen betaalbaarder en schaalbaarder kunnen maken, vereist een bredere toepassing een fundamentele herziening van wet- en regelgeving, een harmonisatie van gemeentelijk beleid en een grotere acceptatie bij financiële instellingen. Pas dan kan de drijvende woning de stap zetten van een gespecialiseerde woonvorm naar een volwaardig en breed toegankelijk segment van de woningmarkt, en echt toekomstbestendig blijken.

Gebruikte bronnen

  1. https://www.google.com/search?q=time+in+Utrecht,+NL
  2. https://iplo.nl/regelgeving/regels-voor-activiteiten/gebruiken-bouwwerk/drijvende-bouwwerken/
  3. https://www.nhvverzekeringen.nl/nl-NL/119/drijvende-woning-verzekering.html
  4. https://www.lwoorg.nl/bestanden/drijvende-bouwwerken.pdf
Tags
Duurzaam bouwen Bouwbesluit
Meer over de bronnen die wij gebruiken
Iplo Google Nhvverzekeringen Lwoorg